There Is No Alternative. Hoe vaak hebben we die zin al niet gehoord? Alsof de weg die we de laatste tijden met z’n allen officieel bewandelen de enige mogelijke juiste, niet te vermijden weg is, toch voor wie een klein beetje zijn verstand wil gebruiken. TINA is een meisjesnaam waar door intelligent kijkende, wat grijzende mannen in pak maar al te graag naar verwezen wordt. Tina van hier en Tina van ginder. Er is dus blijkbaar echt geen alternatief. We moeten door deze zure appel heen bijten. En steeds verder die ingeslagen weg in. Alle gevolgen ten spijt.
Ondertussen zit ik met verdwaasde ogen naar het televisie- of het nog kleinere scherm te staren. Naar het zoveelste debat op tv, of de zoveelste uitlaat van iemand die het volgens zijn mandaat toch veel beter zou moeten weten dan ik. Mijn gezicht in een diepe frons geplooid, in een poging een en ander zo wat beter te kunnen vatten. Maar het gaat moeizaam. Het kraakt in mijn hersenpan. Ik snap het betoog niet. Het zal wel aan mij liggen. Wie ben ik dan ook – zo met mijn opgetrokken benen in yogabroek op de zetel, een iets te gulzige zak chips in de aanslag. Niet echt brainfood, dat weet ik ook wel. Het zal dus echt wel aan mij liggen. Of aan mijn niet goed-geoliede hersencellen. Of aan de tijd van de maand, mijn hormonen, mijn moederlijke voorouderlijn, mijn historische achtergrond. Blame it on the boogie, maar echt, ik snap ze niet, die slimme mannen met hun plastron.
Versta me niet verkeerd, ik wil ze echt wel begrijpen, die mannen in pak op het scherm. Ik doe mijn best. Ze hebben namelijk veel over me te zeggen.
Versta me niet verkeerd, ik wil ze echt wel begrijpen. Ik doe mijn best. Ze hebben namelijk veel over me te zeggen. Ze bepalen de koers die we gaan varen en ik zit mee op de boot. Ze bepalen wat er met mijn belastinggeld wordt gedaan, of de lucht die ik inadem een beetje zuiver blijft, of mijn petekind straks van me kan erven, hoeveel ik betaal voor mijn energiefactuur, wat ik terugbetaald krijg als ik niet voor pillen kies maar voor therapie, hoeveel pensioen ik straks krijg, hoeveel technologie er in mijn onmiddellijke omgeving uitgerold zal worden en of ik medeplichtig word aan het bombarderen van gewone mensen in een ver land of aan het ondersteunen van een regime dat mensen uitbuit. Geef toe, ik geef veel uit handen aan die mannen – en af en toe een vrouw. Ik reken er dus op dat ze mijn gedacht toch een klein beetje vertegenwoordigen. Het zijn tenslotte toch mijn centen.
Soms lijkt het wel of zij en ik andere hersenen hebben. Natuurlijk, ik ben geen politicus. Ik zit niet tot drie uur ’s nachts met drie liter koffie in mijn zenuwbanen trommelend met mijn vingers te wachten op een klein beetje goodwill van mijn tegenstander. Ik steun mijn hoofd niet op een meter dossier. Ik moet geen lastige tegenstellingen zien te verzoenen en vooral, ik heb niet zo’n ego dat morgen nog naar zichzelf moet kunnen kijken in de krant. Maar toch. Kan het allemaal niet een klein beetje simpeler? Een klein beetje meer boerenverstandiger, als meneer Van Dale dat toelaat tenminste? Soms kijken mijn vrienden en ik bij één of andere politieke uitspraak verdwaasd naar elkaar met een gezicht van: huh?! Niet dat we iemand willen beledigen, daar zijn we te goed voor opgevoed, maar sorry, zijn dit de gezaghebbers die de wereld in goede banen moeten leiden? Is this the world we are living in?? Soms zou je voor minder De Grote Verdwijntruc willen leren.
Misschien verstaan die mannen in pak ook niet wat vrouwen in yogabroeken zoal zitten te denken. Misschien kijken zij ook maar raar op als wij onze mond opentrekken. Als we onze mond opentrekken, tenminste - want doen we dat wel?
En toch, we leven te graag. We houden van deze planeet. Dus we blijven nog even. En we geven ons niet zomaar gewonnen, gewoon omdat er misschien een klein misverstand is tussen een paar niet op elkaar afgestemde synapsen. We willen positief zijn. We willen constructief meedenken. En een beetje in eigen boezem kijken ook. Want misschien verstaan die mannen in pak ook niet echt wat vrouwen in yogabroeken zoal zitten te denken. Misschien kijken zij ook met verdwaasde ogen naar elkaar als wij onze mond open doen.
Als wij onze mond al opendoen, want doen we dat eigenlijk wel? Misschien hebben we gewoon te lang gezwegen? Misschien zitten we al te lang aan de luie kant van de buis? Misschien hebben we onze eigen gedachten nog niet voldoende geanalyseerd om ze zelf goed te begrijpen en hebben we ze bijgevolg ook nooit echt duidelijk gemaakt? Misschien zijn we zelf wel een beetje medeplichtig aan het in de knoop draaien van dit systeem?
Oh wel, dat opent perspectieven. Mijn gedacht? Never underestimate a bunch of soulful women. Vertrouw mij en mijn vriendinnen een tijdje die Tina toe, en wij bouwen ze om tot een onweerstaanbare Tamara: There Absolutely Mustbe A Reasonable Alternative.
Toegegeven, het resultaat zal geen Boris zijn, ook geen Emmanuel of Charles. Geen man in een keurig pak. Het zal wat borst hebben, wat rondingen hier en daar, ook op buik en billen, geen maat 38 – en als ze in een goede bui is vlamrode lipstick op de mond. Maar lang niet altijd. Tamara wordt aangedreven door oestrogeen en progesteron, ze heeft haar woelige dagen, ze huilt als er iets met kinderen gebeurt en zal woedend worden als je onrecht voor haar voeten smijt. Ze kan snijdend rationeel zijn als het moet, ongewoon praktisch als ze weinig tijd heeft, en superzacht als er te helen valt. Ze heeft meer oog voor voorkomen dan voor genezen. Ze wacht niet ‘tot de problemen zich stellen om ze op te lossen’, ze kan praten over zaken die er nog niet zijn en ze kan begraven wat niet meer aan de orde is. Ze is niet bang voor crisis, ze kan door de modder ploeteren en op haar tanden bijten, maar haar prioriteit gaat uit naar harmonie. Haar passie is haar brandstof en oh ja, ze komt enkel opdagen als ze ergens de zin van inziet. Wees gerust, als het moet trekt ze dat mantelpak aan, voor de goede orde, maar weet dat ze daaronder een gele sloggy draagt of een rode kanten beha. Wat haar aan het vel gaat, bepaalt ze namelijk zelf. Een Tamara is geen Tina.
Tina heeft te lang aan de onderhandelingstafel gezeten. Ze heeft iets te veel testosteron rond haar oren gehad. Het is tijd dat ze wat ontspant. Dat ze eens vreemd gaat. Een paar dagen naar Kamp Zuid.
Tina heeft te lang aan de onderhandelingstafel gezeten. Ze heeft iets te veel testosteron rond haar oren gehad. En die eeuwige loyauteit heeft haar opgebrand. Het is tijd dat ze wat ontspant. Dat ze eens vreemd gaat. Een paar dagen naar Kamp Zuid.
Laat die zakken chips dus maar aanrukken. En doe ook maar wat pizza, wijn, koffie en chocola. En laat Tina maar binnen. We nemen haar wel onder handen. Zachtmoedig, zo zijn we, maar wel vastberaden.
Geef ons nog even, een make-over vraagt wat tijd. Maar beloofd is beloofd, we komen bij u terug.
Comments