top of page
Search
Anne Wislez

Roaring Twenties



In mijn dromen loop ik tegenwoordig vaak tussen massa’s mensen. Grote stromen mensen gezellig samen in de straten, in grote hotels, op de bus… alsof ik ’s nachts inhaal wat overdag niet meer mogelijk is. Zolang we in een dualistische wereld leven zoeken we vroeg of laat blijkbaar de andere kant van de pendule op. Na terugtrekking: de massa. Na versobering: de overvloed. Zo begin ik, na inmiddels zeven maanden uit mijn koffer te leven en steeds dezelfde kleren aan te trekken, ook plotseling te verlangen naar flamboyante vestimentaire uitspattingen. Bonte combinaties, gekke hoeden, juwelen in het haar, name it. Een voorbode van wat eraan komt? Wie weet. Wat mij betreft mogen modeontwerpers straks met iets heel nieuws op de proppen komen; singing cloth of embracing sleeves, ik zeg maar wat, ontwerpers en kunstenaars zijn daar beter in dan ik. In ieder geval iets wat weer barst van kleur, van fantasie, van verbinding en van leven. Iets wat laat zien dat onze mind niet dood is, onze verbeelding niet uitgedoofd, onze vrijheid niet ingeperkt, ons leven niet losgelaten uit angst voor de dood. Iets wat weergeeft hoe we ons individuele zijn – dat we in het beste geval tijdens deze langgerekte quarantaineperiode (terug)gevonden of uitgediept hebben – weer willen verweven met anderen in een collectieve explosie van levensenergie.


Niet gewoon ‘terug naar af’, want vóór de quarantaine waren we vooral bezig met burn-outs, perfectionisme, de economische rush, aanslagen, vluchtelingen, bosbranden en nanoplastics in ons eten, weet je nog? Geparaliseerd door de idee dat dit nu eenmaal de realiteit was en er waarschijnlijk niet veel aan te doen was. Grote keringen waren nu eenmaal een onrealistische fantasie. Nu laten we ons dat niet meer wijsmaken. Nu is de facto bewezen dat in feite alles mogelijk is – de gekste ingrepen overal ter wereld – àls er maar een wil is, en een sense of urgency.


Dus ‘terug naar anders’ willen we. En vooral terug naar leven. Net zoals in de befaamde Roaring Twenties van vorige eeuw.

Dus ‘terug naar anders’ willen we. En vooral terug naar leven. Net zoals in de befaamde Roaring Twenties die na de Eerste Wereldoorlog en de Spaanse griep onze sociale, culturele en artistieke gemoederen beroerden, en aanleiding gaven tot nieuwe ontwikkelingen in de mode, de muziek, het uitgaansleven, vrouwenrechten… Ook in deze twenties gaan we waarschijnlijk weer uiting geven aan leven en vernieuwing, maar dan aangepast aan wat deze eeuw en dit nieuwe millennium van ons verlangen.


Volgens mij gaan we bijvoorbeeld met z’n allen ware phygitals worden, omdat we na een overdosis digitaal weer heel fysiek willen zijn, elkaar weer lijfelijk willen ervaren, met onze handen aan elkaar zitten, met de vingers in elkaars potten likken, en onzin en schaterlach in elkaars gezicht blazen. Met als gevolg dat huid, handen en zintuigen weer een hoofdrol mogen spelen en dat het lijf weer mag worden gevierd. In de kijker gezet, ontwikkeld, geëerd. Ook de wonderlijke en nog ongekende vermogens van ons lichaam, die we door de vertechnologisering en vermedicalisering haast vergeten waren. Ons lijf kan en weet wat. Ode dus aan het wijze lijf. Ode ook aan de levenssappen. Geen pluimen op ons hoofd, maar tussen onze billen. Na thanatos volop eros. Na de hersenen het hart. Maar ook: na het eeuwige ikje het onderonsje. Na de eenheidsworst de diversiteit. Na de bijna scheelmakende focus, het verbrede bewustzijn. Na de analyse de synthese. Na de beperking de openbaring. Of zo beeld ik me de années folles van deze eeuw toch in, nu de lentekriebels vroegtijdig maar toch alweer voelbaar beginnen te worden in mijn lijf.


Als het leven weer gaat roepen, dulden we geen constricties meer. Dan willen we geen beton meer op de huid van de aarde. Geen technologie die ons afsnijdt van levensdrift.

Als het leven weer gaat roepen, dulden we geen constricties meer. Dan willen we geen beton meer op de huid van de aarde. Dan willen we geen ver doorgedreven vertechnologisering meer die ons afsnijdt van onze levensdrift. Dan willen we geen eenzijdige dictaten meer van multinationals of Mr-know-it-alls, maar willen we de bontigheid van het leven, zoals het zichzelf en vanzelf à volonté manifesteert op deze wereldbol. Laat modeontwerpers in het diepst van oerwouden of zeeën duiken en ze delven massa’s inspiratie op voor onze bonte twenties. De natuur kan het zo gek wel bedenken.


Overlevingskracht is niet te stuiten en zal zich ontegensprekelijk roeren als het tijd is. Zoals bamboe door alles heen groeit, no matter what. Wat geboren wil worden, kan je niet tegenhouden. Hoe hard je ook probeert het te onderdrukken of binnenshuis te houden, het echte leven laat zich niet temmen. Als het moet, manifesteert het zich met een schreeuw, een lichtzwaard of hevig protest. Desnoods zullen we ervoor de straat opgaan. Erom brullen. Want misschien is dàt wel de ware betekenis van de komende Roaring Twenties. Vroaaarrr, aan mijn lijf geen polonaise. Maar hoe het zich ook zal manifesteren, gezien en gevoeld zal het worden. Dàt - is nu eenmaal het Leven.



119 views0 comments

Recent Posts

See All

Commentaires


bottom of page