Dat er een nieuwe wind nodig is, dat weten we al lang. Dat er weer meer hart nodig is in leidinggevenden, en ook meer samenwerking onderling in plaats van wedijver, weten we ook. En dat het constructief is om eerder te zoeken naar datgene wat ons verbindt dan naar datgene wat ons scheidt, is inmiddels ook wel duidelijk.
En toch lijkt het in de praktijk zo moeilijk. Ondanks dit innerlijke besef zitten we in het dagelijkse leven eerder in the big divide. In het grote links-rechts- of wij-zij-denken, in de overtuiging dat als iemand iets anders denkt dan wij, hij of zij wel verschrikkelijk dom, onwetend of van slechte wil moet zijn. We voelen ons door zo’n andere mening persoonlijk aangevallen. Misschien zelfs in gevaar gebracht. Het tast blijkbaar onze basiszekerheid aan; een overtuiging of groepsgevoel waar we geweldig op steunen. Terwijl we juist door zo polariserend en agressief te denken onze samenleving, en dus onszelf, verder in gevaar brengen. Hoe contradictorisch.
Het individuele, fragmentarische, concurrentiële denken heeft zijn tijd gehad.
Het individuele, fragmentarische, concurrentiële denken heeft zijn tijd gehad. Het heeft zijn successen gekend, maar ook zijn excessen. Het heeft zijn schaduwkanten getoond, en laat op steeds pijnlijker manier zijn onwerkbaarheid zien. Vechten voor je eigen grote gelijk – in de praktijk vooral vechten tegen het grote gelijk van de tegenstrever – put ons uit en brengt weinig collectieve projecten tot een goed einde. De presidentsshow in Amerika is daar op dit moment het ultieme bewijs van.
In dit luide gekrakeel hebben we een groeiende nood aan wijsheid. Wijsheid is het vermogen om een thema van vele kanten te bekijken, om de hele olifant te zien en niet enkel de slurf of de achterpoten, om verschillen te integreren in een groter plan. Die wijsheid is verbonden met het hart; niet als zetel van vaag sentiment, maar als interne bril die je een breder gezichtspunt geeft op de zaak. Door iets niet puur vanuit hoofd of onderbuik, maar vanuit je hart te benaderen, open je je vizier, ontspan je, en zie je meer mogelijkheden.
We hebben dringend leiders nodig die dat hart weer kunnen inbrengen.
We hebben dringend leiders nodig die dat hart weer kunnen inbrengen. Die vrouwelijke waarden in de ring brengen – niet omdat het politiek correct is, maar omdat ze beseffen dat feminiene vaardigheden van wezenlijk belang zijn in deze tijden van crisis. We hebben leiders nodig die het belang van verscheidenheid zien. Die begrijpen dat diversiteit ons intelligenter maakt en dus beter aangepast aan de toekomst. Leiders die moeilijkheden niet uit de weg gaan en die conflict niet benaderen als een oorlog, maar als een uitdaging om tegenstellingen te integreren tot een hoger inzicht.
We hebben leiders nodig die kunnen luisteren naar de diepere noden van elkaar bekampende partijen, die geleden pijnen kunnen erkennen, en daarin heling kunnen brengen. Leiders die begrijpen dat we toe zijn aan een nieuw mens- en wereldbeeld, en dat die overgang draagkracht vraagt, en geduld, en ieders inbreng, en humor. We hebben leiders nodig die volkeren kunnen verbinden in plaats van tegen elkaar op te zetten. Die energie, creativiteit en kracht weten te mobiliseren in plaats van te verkwisten.
In onze contreien leefde ooit zo’n leider. Een wijze koning, maar zodanig vergeten dat hij in de mythologische laag van onze psyche is beland.
In onze contreien leefde ooit zo’n leider. Een wijze koning, die bijna uit de geschiedenisboeken is geschreven. Zodanig vergeten dat hij in de mythologische laag van onze psyche is beland en is gaan overleven in sprookjes. Veertien eeuwen lang is de wijsheid van deze mythische koning ondergronds gegaan, en hebben we in het hart van Europa een wereldse bloei, maar ook groeiende verdeeldheid, strijd en ontzieling gekend. Doorheen de geschiedenis zijn er opflakkeringen geweest van deze vergeten spirit, en na de duisternis van de twee wereldoorlogen is deze verbindende geest een stuk gewekt in talrijke Europese idealen. Maar een groeiende wereldcrisis heeft hem weer radicaal de dood ingejaagd. Of toch niet…?
Misschien niet, denk ik de laatste dagen hoopvol, als ik zie dat we op dit grondgebied weer een regering hebben. Een regering waar van alles over gezegd kan worden, want veel stemmen lijken in de marge geduwd te zijn en Belgische politiek blijft geploeter. En met mooie woorden alleen kom je nergens. Maar toch voel ik tien minuten lang weer een zweem van die oude spirit in ons land opstaan. Simpelweg in de bevlogen speech van twee formateurs – na meer dan een jaar wroeten, ruziemaken, en een display van oude politiek in het zoeken naar oplossingen voor ons land. En dan is er ineens eventjes die lichtheid, die positiviteit, die camaraderie, die waardering, die humor, dat verlangen om de handen in elkaar te slaan. Oh wacht even, denk ik dan, waar ken ik dit gevoel van? Dat hart dat opspringt. Die nieuwe wind die waait. Die andere kijk op de zaak, waardoor ineens weer iets mogelijk wordt dat lang begraven leek te zijn.
Ik hoorde onze nieuwe premier twee jaar geleden op de persconferentie van zijn boek De Eeuw van de Vrouw vertellen hoe hij door zijn ervaringen in derdewereldlanden als Minister van Ontwikkelingssamenwerking het belang van vrouwen en vrouwelijke waarden was gaan inzien, en dat blijkt ook uit de regering die hij net heeft samengesteld. Volgens nieuwsberichten de meest vrouwelijke regering ooit in België. Er wordt ook ruimte gegeven aan nieuwkomers, jonge mensen, een nieuwe generatie. In zijn eerste speech lijkt hij ook op een nieuwe, verbindende manier aan politiek te willen doen. Misschien willen we het te graag horen, maar wie kan het ons verwijten... We zijn dat oude gekrakeel zó beu.
Zou het kunnen dat de geest weer uit de fles is? Dat die wijze kracht van die mythische koning weer wil opstaan?
Zou het kunnen dat de geest weer uit de fles is, dat die wijze kracht weer wil opstaan? Als onverwoestbare bamboe die na een lange lange onderdrukking eindelijk toch door beton heen breekt? Gewoon omdat het zijn natuur is om ondanks alles te overleven?
Zou het kunnen dat nieuwe generaties er eindelijk in slagen om de oude politiek los te laten en een nieuwe wind te laten waaien? Mocht die kans – nu of later – werkelijk bestaan, dan hoop ik vurig dat we zo’n prille beweging een kans geven, dat we het elan niet gaan versmachten vanuit een lawine aan verzuurde gewoontes, vastgeroest wij-zij-denken, eeuwige machtsspelletjes of een verbitterd hart. Het jaloerse hart van de hofmijers die destijds vanuit wedijver en machtsdrang de koning vermoordden. Het lijkt me alleszins interessant om achter een politiek of maatschappelijk gebeuren de mythische laag te zien, de archetypes te ontwaren die met elkaar in interactie gaan, in de hoop de rechtmatige helden te kunnen herkennen – niet per se in één persoon, maar in een intentie, een beweging, een poging tot – en op die manier de ware koningsgeest weer in het collectief te kunnen bevrijden.
Een mens mag dromen. Ik hou bij het aanschouwen van dit spektakel mijn toneelkijker alleszins geboeid in de hand. Reuzebenieuwd welk dieper verhaal de komende maanden verteld gaat worden, of we de mythische personages erin zullen kunnen herkennen en welke archetypische rol ieder van ons er zelf in gaat innemen.
WIL JE MEER LEZEN OVER DIE WIJZE LEIDER? Wil je je in deze woelige tijden laten inspireren door de oude mythische koning die ooit op ons grondgebied leefde? Ton en ik maakten een digitaal ‘magabook’ van dit vergeten verhaal. Je kan het gratis downloaden op je computer (niet smartphone!) via www.tonvanderkroon.com/boeken. Mocht je vrijwillig willen doneren, voel je uiteraard vrij :-).
Comments