Soms duurt het dagen voor de diepere betekenis van een bepaalde bijeenkomst tot ons door wil dringen. Het duurt dan ook even voor ik er iets van op papier kan zetten. En toch is het belangrijk om elke stap te registreren die ons werk hier in Tomar en Portugal tekent. Vooral omdat Ton en ik het gevoel hebben sinds onze laatste New Templars-bijeenkomst (2-6 oktober) in een stroomversnelling te zijn beland.
Door omstandigheden konden we het groepje mensen – dat zich last minute had ingeschreven voor onze vijfdaagse in Tomar – niet logeren in het beoogde hotel en moesten we halsoverkop op zoek naar een andere plek om te verblijven. Maar zoals dat gaat als je zielenwerk doet, leidt het zogenaamde toeval je de weg. Zo blijken we via Booking een huis te hebben geboekt op het domein van de familie de Castro: Quinta da Bizelga. Een rijke Portugese familie die het enorme landgoed van honderden hectaren al vierhonderd jaar beheert. De vrouw van de laatste erfgenaam is zelf Braziliaanse en leidt Ton en mij de dag voor de groep aankomt door het domein. Als ze ons een inkijkje geeft in haar eigen huis, zien we dat de oude villa vol historische erfstukken staat; schilderijen, beelden, artefacten en symbolen. Zo wandelen we onder andere voorbij een gesteven overhemd dat ooit behoorde tot de Portugese onderkoning van India en een gastenboek met het zwierige handschrift van de Britse prinses Margaret die hier ooit op het landgoed logeerde.
“Of de familie ook banden heeft met de Tempeliers”, vraag ik langs mijn neus weg en ik zie hoe de vrouw even hapert. “Goh, de Tempeliers zijn natuurlijk in 1319 verdwenen”, reageert ze. “Ja,” knik ik, want ik ken de geschiedenis inmiddels, “ze gingen zogezegd ten onder, maar ze veranderen gewoon hun naam in de Ordem de Cristo, om de paus goed gezind te zijn, terwijl ze al die eeuwen bleven bestaan.” “Inderdaad”, antwoordt ze terwijl ze ons alweer naar een volgend artefact leidt, maar mijn vraag blijft onbeantwoord. Wanneer we iets later voorbij het portret van een niet eens zo verre voorvader lopen en op zijn borst het tempelierskruis zien, knipogen Ton en ik naar elkaar. De toeristische brochure die we later in ons huisje aantreffen, vervolledigt het verhaal. De brochure vertelt dat er rondom Tomar nog heel wat oude landerijen zijn die eigendom waren van de Tempeliers: Quinta da Bizelga is er één van. Als we later ook de kapel van het landgoed betreden, zien we op een van de tegels het embleem van the Jerusalem cross. We weten voldoende.
We zijn hier duidelijk niet voor een verlengd familieweekend – want zo lijkt het even, als we de dag daarna met het groepje dat voor deze bijeenkomst is samengekomen rond de tafel zitten: vier vijftigers, een dertiger en twee twintigers. Er is duidelijk een andere opdracht die ons hier samenroept. Maar welke…? (…)
We zijn hier niet samengekomen voor een familieweekend, beseffen we als we gezellig bij elkaar rond de tafel zitten. Er is duidelijk een andere opdracht die ons samenroept. Maar welke?
HET LABYRINT IN
“We hebben te werken met het labyrint”, zei Ton enkele dagen voor onze gathering begon, toen hij thuiskwam van een wandeling door Tomar. Ik keek verrast op en liet het beeld zien dat ik net op mijn scherm gesaved had: een tekening van een labyrint. “Ik voelde net hetzelfde”, antwoord ik, blij om de synchroniciteit, want die geeft aan dat we op de juiste weg zijn en ergens naartoe geleid worden. Al weten we zelf niet waarheen. Het verhaal van het labyrint vertelt hoe Theseus met de hulp van zijn geliefde Ariadne het doolhof inging om de Minotaurus te doden. De Minotaurus was op Kreta een krachtige half mens-half stier, waar iedereen bang voor was.
Als we de eerste avond met de groep bij elkaar zitten, brengen we het gegeven van het labyrint in. De mythologie en sprookjeswereld doet hiermee zijn intrede. Eerlijk gezegd voelen we ons ook een beetje als Alice in Wonderland op dit domein vol verrassende symbolen en voorwerpen. Alsof we achter elke hoek een vreemde wending kunnen verwachten.
Zo staan we bij een eerste wandeling met z’n allen rond een bijzonder kunstwerk dat voor de villa opgesteld staat: het stelt een vrouwelijke haas voor die een hond omarmt. Toen we de Quinta enkele dagen daarvoor voor het eerst bezochten, wees de vrouw des huizes ons al op het beeld dat ze niet zo lang geleden aangekocht hadden. Zij vond het een aandoenlijk tafereel, maar als we er met de groep omheen staan, voelen we allemaal het onbehagen. Er klopt iets niet aan het beeld. Er staan ook allerlei gekke symbolen in gegraveerd: een hondje, een stier, een zesster of zon, een stuk technologie, een geraamte… Het is zogezegd cordiaal, maar de omarming voelt als een uiting van macht, een betutteling van de hond die er wat lamlendig met de staart tussen de beelden bij staat. We lezen er niet enkel de thema's verbinding en troost in, maar ook macht en betutteling. Het veld begint zich te reveleren.
Het beeld van de haas blijkt volgens de kunstenares te staan voor de vrouwelijke Minotaurus! Wat een toeval. We zitten dus duidelijk met z’n allen in het labyrint. Down the Rabbit Hole.
Wanneer we, vertrekkend van dat beeld, allemaal op onszelf een wandeling gaan maken om het domein te verkennen, zoek ik even op het internet op waar dit standbeeld voor staat. In een interview met kunstenares Sophie Rhyder lees ik dat de vrouwelijke haas, die ze in veel van haar kunstwerken opvoert, staat voor de vrouwelijke Minotaurus! Wat een toeval. We zitten dus duidelijk met z’n allen in het labyrint. Down the Rabbit Hole. Al wandelend zakken we allen, één voor één, langzaam maar wel de wereld van archetypes en onbewuste lagen in. Uit ervaring weten we dat iedereen zonder het goed te beseffen een bepaalde rol zal uitspelen in de constellatie.
DE KRACHT VAN LILITH
Wandelend beland ik aan een gigantische Libanese cederboom. Hij voelt als de Mother Tree, de centrale krachtplek van het terrein. “De grootste cederboom van Portugal”, wist de eigenares ons bij ons eerste bezoek te vertellen. Ook de Libanese boom lijkt een betekenis te hebben, want net die dagen valt het Israëlische leger Libanon binnen. Of zoeken we het te ver? Ik laat mijn gedachten los en geef me over aan het veld. Gezeten aan de boom daal ik steeds dieper een donker veld in. Alsof er op de krachtplek iets zwaars ligt, een oude pijn. “Doe jij dit stuk werk maar, want jij weet hoe dit moet”, hoor ik een stemmetje binnenin, dus ruim ik op. Donkere velden die omgewoeld mogen worden, en geklaard.
Samen met een toenemende hoofdpijn voel ik een soort ergernis in me opstijgen. Een onbestemde kwaadheid op het mannelijke dat alles maar beslist zoals het hem uitkomt en geen rekening met houdt met het vrouwelijke. Als we later rond de tafel zitten te lunchen, hoor ik dat terwijl ik aan de cederboom zat, de rest van de groep elkaar toevallig aan de poort van het domein getroffen heeft en daar spontaan in een groot ritueel is beland. “We hebben de poort geopend”, zeggen ze vrolijk, alsof hiermee het werk geklaard is.
Ik merk dat ik steeds ongemakkelijker word. Ik voel me als de dertiende petemoei uit het sprookje van Doornroosje die niet op het feest is uitgenodigd; ik voel me als de Lilith, de oorspronkelijke vrouwelijke creatieve kracht, die uit haar eigen paradijs verstoten is. “Denk maar niet dat jullie zonder mij het werk kunnen doen”, hoor ik Lilith in het veld briesen. “Als ik het wil, sla ik die poort die jullie geopend hebben zo weer dicht!” Ik voel haar woede, maar ook haar macht. Ik weet dat zij dit kan. Maar ik voel ook dat iets in het veld klaar is om hieraan voorbij te gaan. Ik voel dat Lilith na millennia van onbegrip, afzondering en wrok bereid is om iets in zichzelf te overstijgen. Omdat ze beseft dat haar bijdrage niet langer ligt in het koesteren van woede, wraak of het vernietigen van wat niet deugd, maar in het inbrengen van de enorme liefde die onder de pijn ligt. De enorme liefde voor de wereld zoals hij oorspronkelijk bedoeld is, maar ook voor de wereld zoals hij geworden is.
Bij dit inzicht smelten de onstuimige gevoelens weg als sneeuw voor de zon, maar ik breng mijn ervaring in in de groep, zoals dat hoort bij Open Space. Want juist door ieders oprechte ervaringen te aanhoren, gaan we begrijpen wat er op een dieper niveau gebeurt. Wat ik beleef, zegt niet alleen iets over mijn eigen zielsgeschiedenis, maar ook iets over het collectieve veld waar we op wereldvlak in zitten, en misschien ook iets over dit domein, of over een vergeten energie binnen de overlevering van de Tempeliers in Portugal. Hoe zit het met het vrouwelijke waar de Tempeliers trouw aan zworen? Zou het kunnen dat haar aandeel in de huidige overlevering verloren is gegaan en niet alleen weer erkend wil worden, maar ook een wezenlijke rol te spelen heeft in de heropbouw van het land?
Hoe zit het met het vrouwelijke waar de Tempeliers trouw aan zworen? Zou het kunnen dat haar aandeel in de huidige overlevering verloren is gegaan?
DE SCHADUW VAN SUCCES
Ondertussen leggen we ook de link tussen Portugal en Brazilië, waar Ton en onze vriend Eran deze zomer naartoe zijn gereisd, vanuit de roep om er komend jaar een grote ceremonie te organiseren. Het is wellicht geen toeval dat ook de eigenaars van het domein Quinta da Bizelga uit beide landen komen: de man als Portugese erfgenaam van dit ooit florerende landgoed met connecties in India, en de vrouw als Braziliaanse. Beiden erfgenamen van een koloniaal verleden.
Ook leggen we de link met de Tempeliers, die – zoals we begrepen uit de onderzoeken van Freddy Silva – eerder nog dan Columbus overzeese tochten ondernamen naar het Amerikaanse continent. Silva linkt de spirituele traditie die de oorspronkelijke negen Tempeliers weer wilden neerzetten in Europa, aan de millenia-oude overleveringen van Atlantis, die overleefden in verschillende volkeren, ook de inheemse volkeren van Zuid-Amerika. De motivatie van de eerste Tempeliers om de oceaan over te steken, was om weer aan te knopen met die gemeenschappelijke roots. Maar zoals geweten, werd die oorspronkelijk intentie later door de volgende generaties zeevaarders bezoedeld.
En toch waren het de Tempeliers die de eerste overtocht naar Zuid-Amerika maakten. “En dat brengt karma met zich mee”, begrijpt Ton. “Misschien is dat wel de reden waarom we aangezet worden om dit werk in Brazilië te gaan doen, want uit die eerste overtochten zijn de volgende gekomen. En uit die veroveringstochten zijn de Portugezen Brazilië gaan koloniseren en is uiteindelijk door onze westerse hebzucht de plaatselijke cultuur en het Amazonewoud vernietigd. Misschien is dat wel de reden waarom wij aangezet worden om precies in Brazilië onze connectie met de aarde weer te gaan eren: om het karma van de Tempeliers te vereffenen.”
“In elke creatie zit zowel het succes als de mislukking ervan vervat”, horen we astroloog Kaypacha zeggen en zijn duiding geeft ons meteen de helderheid die we zochten.
“In elke creatie zit zowel het succes als de mislukking ervan vervat”, horen we astroloog Kaypacha duiden. Onze retreat is begonnen op 2 oktober, de dag van de heftige zonne-eclips in Weegschaal, en zijn duiding van deze transit geeft ons meteen de helderheid die we zochten. De zonne-eclips confronteert ons met onze meest duistere kanten, zo zegt hij, onze blinde vlekken, want zelfs met de beste intenties draagt elke creatie een schaduw in zich. Die moeten we nu onder ogen zien. “Het is ‘erop of eronder’: or you destroy or overcome your shadow, or it destroys you”, geeft hij nog mee en hiermee verbindt hij een heleboel losse puzzelstukken die we al verzameld hebben: het labyrint, de Minotaurus, de woede van het vergeten vrouwelijke, het karma van de latere Tempeliers, en misschien zelfs de koloniale blinde vlek van Portugal.
DE BEERPUT IN
Ondertussen loopt elk van ons in zijn persoonlijke labyrint tegen zijn eigen Minotaurus aan. We hebben allemaal een oude pijn onder ogen te zien. De pijn van verwachting, hoop en groeiende teleurstelling omdat het paradijs niet het paradijs blijkt te zijn en ouders of leiders feilbaar zijn. De schaamte van afwijzing en eenzaamheid, van minachting en onbegrip. Een gevoel van misleiding, wantrouwen en verraad. De gekmakende pijn van dood, verlies en wanhoop... De hoeveelheid emoties die door ons heen stroomt, is overdonderend en verwarrend. Op welke manier vertegenwoordigen wij met ons gezelschapje de pijn van de wereld waarin we leven? Vertegenwoordigen wij – als twee Nederlanders, één Belg, twee Amerikanen, één Israëliër en één Portugese – misschien de pijn van het volk en land waarvan we afkomstig zijn? Of zijn de emoties die we voelen misschien de emoties waar de tempeliersorde aan onderdoor is gegaan?
Het schudt ons gezelschapje alleszins flink door elkaar. Het ene moment voelen we een warme familiale band, het andere moment verzinken we in vertwijfeling over ieders rol. Hoe dieper we het labyrint instappen, hoe meer wantrouwen er groeit. Sommigen durven hun emoties niet meer in de groep te delen en gaan ze op elkaar projecteren, in de hoop de gevoelens te kunnen ontwarren. Sommigen voelen zich in deze mythologische context als Hans en Grietje die afgegaan zijn op een veelbelovend peperkoekenhuis en zich uiteindelijk berooid en bekaaid voelen: waar zijn wij op afgegaan? Waar hebben wij in geloofd? Tegelijk blijft de band voelbaar en het besef dat we hier zijn om een groter verhaal op te lossen. Soms kunnen we het overzicht aanschouwen, maar dan worden we weer vastgehouden in de klauwen van het gevoel zelf. Over verwarring gesproken.
Wanneer we ons via klanken laten meenemen in een sjamanistisch helingritueel, zien we hoe we, in het veld, een soort beerput opentrekken. Ik zie hoe uit de hemel het zuiverste licht in de beerput indaalt om zich ermee te verbinden. Licht en donker moeten elkaar niet bestrijden, maar hebben samen te komen, elkaar in de ogen te kijken. Als je het donkerste stuk in jezelf nog maar kunt zien, is het licht al binnengekomen, is het werk al gebeurd. Ik zie hoe een groot licht uit het donker opstijgt, als een gouden draak die uit de beerput omhoog rijst. No mud, no lotus, zegt het gezegde. Wie niet in de diepte durft af te dalen, kan het grootste wonder niet aanschouwen.
Ook de andere vrouwen geven zich helemaal over aan het ritueel, zelfs in die mate dat de mannen in het gezelschap er wat ongemakkelijk van worden. Het thema van grenzeloosheid en begrenzing komt daarna ter sprake; de eeuwige dispalt tussen het mannelijke en het vrouwelijke. Opnieuw voelen we verwarring. Wat is er aan de hand? Waarom voelen de mannen zich geneigd om het ritueel waar de vrouwen zich aan overgeven in te dammen? We zoeken tot we vinden. En tot we begrijpen dat er ook uit dit prachtige ritueel een schaduw is losgekomen, die als een slangetje in de groep is gegooid. En ook dié schaduw hebben we weer te erkennen en te integreren.
Telkens opnieuw krijgen we diezelfde les: elke creatieve intentie, en elk succes, brengt een schaduw en dus een falen teweeg – en ook die mag weer gezien en omarmd worden, in plaats van hem naar een ander door te schuiven. Het is een hardnekkige en ongemakkelijke les. Op dat moment herinneren Ton en ik ons plotseling dat we, enkele dagen voor de bijeenkomst, precies dié kaarten uit de Tarotdeck hadden getrokken; de kaart van succes en de kaart van falen. Blijkbaar gaan beiden in een geïntegreerd ritueel altijd samen.
Plotseling herinneren Ton en ik ons de kaarten die we voor de bijeenkomst hadden getrokken; de kaart van succes en de kaart van falen. Beiden gaan in een geïntegreerd ritueel altijd samen.
HET LAATSTE GEVECHT
Wanneer we de laatste dag een wandeling maken om uit het veld te stappen, barst in een van de vrouwen een onnoemelijk verdriet los. Eerder dit jaar, in februari, heeft haar jonge zoon van 20 zich van het leven beroofd en sindsdien is haar moederhart gebroken, haar geloof in haar spirituele taak ingestort. “Hoe kan ik de wereld helpen helen, als ik zelfs mijn zoon niet heb kunnen helpen?” De jongeman was als een graalridder. Een zuivere ziel die inzag dat de wereld op geen enkele manier matchte met zijn fijne energie. Te kwetsbaar, te puur, te eenzaam ook. Hij had zijn tribe nog niet gevonden.
Ik hoor in haar tranen de onbeschrijflijke pijn van een moeder die haar zoon heeft moeten afgeven. Zoals er zovele moeders zijn die een veelbelovend kind hebben moeten afgeven aan een wereld die zo’n puurheid niet aankan. Integendeel, in een wereld die alleen maar oplossingen lijkt te zien in confrontatie en geweld, en die maar niet wil inzien dat elke actie weer een schaduw genereert. Overal zijn er moeders die brullen: “genoeg!” – in Israël, in Gaza, in Beiroet, in Rusland, in Oekraïne, in Congo, in zovele plekken op aarde. Waar niet? Het gebeurt overal, opnieuw en opnieuw. Overal brullen moeder- en vaderharten. En dus ook hier, in ons veld. Ik stap naar de huilende vrouw toe en leg mijn arm om haar heen. Ik weet dat ze sterk is, dat ze meestal alles alleen oplost. Maar ik kan het niet laten. Dit verdriet is te zwaar voor één vrouw, voor één mens. Dit verdriet is van ons allen. Ook Ton die een paar meter verder zit, huilt mee en komt dichterbij. En ook de anderen uit de groep zetten zich rondom haar, en samen huilen we een oeverloos verdriet. Ons overgevend aan een groot rouwritueel. De moeder zakt met een brul neer op de grond, en klampt zich vast aan een boom. Ik voel mijn baarmoeder opspelen. Een andere vrouw in het gezelschap voelt hetzelfde. Met z'n allen bevallen we van de zwaarste geboorte die er bestaat. De vrouw laat zich uiteindelijk door de boom weer rechtop helpen. Ze ademt zich weer tot leven. Waardig. Zich overgevend aan haar liefde voor het bestaan. Haar liefde voor de mensheid en de aarde.
Een dag later zie ik op Facebook een recente post van Jeff Foster, met als titel The Last Fight of Our Divine Mother (zie hieronder). In zijn woorden herken ik op een overweldigende manier de combinatie van de gevoelens die ook bij ons in het veld aanwezig waren en die we samen mochten ontbloten, zichtbaar maken, doorleven en transformeren. In een allesverterende combinatie van woede, schaamte, verdriet en liefde. Liefde voor wie rouwt om het verlies van het pure mensenhart, liefde voor wie de moed heeft om zijn eigen schaamte aan te gaan, maar ook liefde voor wie verloren loopt in het labyrint en bang is om haar leiding te vertrouwen. Ik lees er ook de pijn in van de Moeder naar haar kinderen toe, haar grote 'sorry' omdat alles niet gegaan is zoals ook zij zich haar creatie had gedroomd. Waardoor haar kinderen er niks meer van begrijpen en zich door haar misleid voelen. Aan Jeff Fosters tekst kan ik lezen dat we de afgelopen dagen met z'n allen collectief door een grote transformatie zijn gegaan.
Bij de integratie van onze vijfdaagse, ervaar ik in mijn eigen lijf hoe ik door af te dalen in die diepe put en het facen van mijn eigen Minotaurus – mijn woede, verdriet, schaamte – een grote krachtbron heb aangeboord. Een bron waar ik al mijn hele leven naar hunker en die ik altijd al kon voelen, maar waar ik nooit echt volle toegang toe kreeg. Het vraagt dagen om ervan te bekomen, en dat geldt wellicht voor alle deelnemers in de groep. En ook voor iedereen die de enorme weeën van deze krachtige zonne-eclips heeft mogen ervaren. Maar iets in mij weet dat ik – en wij – hierna nooit weer dezelfden zullen zijn. We hebben de Minotaurus in de ogen mogen kijken en het was 'erop of eronder', zoals de astroloog verwoordde. Het was turbulent en messy. Maar we hebben het gehaald. Iedereen is verbonden met een dieper gevoel van zelfwaarde.
After the Storm, was de titel van één van de kaarten die de groep trok, en that says it all. Storm als lastig maar onherroepelijk onderdeel van het grote creatieve proces. We wilden met deze vijfdaagse het fundament neerzetten van groter werk (in Portugal en in Amazonewoud) en ook al kreeg het een iets andere vorm dan verwacht, dat hebben we hierbij gedaan. Van hieruit kunnen we verder.
After the Storm, was de titel van één van de kaarten die de groep trok en that says it all. Storm als onherroepelijk onderdeel van het creatieve proces. Van hieruit kunnen we verder.
Uit de tekst van Jeff Foster: THE LAST FIGHT OF OUR DIVINE MOTHER
Like a lover whispering in my ear, trying to rouse me out of my liminal state, that day I heard the voice of what was unmistakably our Divine Mother, Mary, Isis, Shakti, the heart of the Cosmos itself, God of all gods and the consecrated breath of the manifest world. She goes by many names and has taken on many creeds and colours and forms. A great and ancient electricity ran through my being as her soft yet powerful presence penetrated me. I could barely make out her words, she spoke so gently and with such graceful delicacy, yet I felt too the terrible convulsions of world creation and destruction beneath each syllable, untold billions of universes being born and dying, expanding and contracting in an unending torrent of life, and, underlying all these forms, the taste of that Infinite Love that just might be the salvation of this broken world.
They had murdered her beloved child, she said. Murdered him in cold blood. Murdered him in their ignorance and fear. Unhealed trauma had unconsciously struck its death blows! She wept, she lamented, she spoke of the loneliness of loss and the grief-infused rage of the bereaved mother, yet she also told of a world that was yet to come, not some other world, no, but this very world, this shattered and terrified world infused with divinity, shot through with the brilliant light of compassion and understanding.
Here is what I heard her say in my half-asleep, half-awake state, or at least, this is what I remember of it….
“…Oh my boy. My baby boy. What have they done?
What has this samsara brought?
How much more of this can I bear?
My love! You suckled my breast. My breast was full for you. I watched you grow strong on my milk. You clung to me and learned to let go. You grew and spoke your truth and listened calmly to the truth of others. You became a man and father and loving brother to many, and I was proud of you and they broke you on the cross of this world. They nailed you up there, my boy, my poor, sweet, kind boy. I could not stop them and I could not reach you. They spat at you, broke your spirit. They hung you from trees, gunned you down into pits, gassed you in industrial ovens, robbed you of all that you cherished and all that you had worked so hard to build. They took away your rights, enslaved your children, stole your sense of self respect, tried to drown you in their own river of shame.
They knelt on your neck until you could not breathe and you cried out for me and I will never forget your cries.
What kind of world is this?
What kind of world have I made, my love?
I would have taken away all your pain if I could. I would have breathed for you, given you my final breaths, emptied myself out for you.
Make no mistake, I am wrath today. I am fire and hatred too. I am indignation and outrage and I would burn this filthy creation if I wanted to, yes, in a single exhale I would blow it all away to kingdom come. But no, I love this world too much right now to end it. I love this fractured world beyond reason for this world is my child too, it emerged from my belly too and it shall return there in time. So today I take all this fire and frenzy and breathe it back into my bottomless womb, and there I transform it, transmute it, transition it into pure electricity and holy spirit, into Eros itself, the nectar of life. I flood myself with its righteous and erotic anger-power, I strengthen my spine and heart and breast and head and I build up my dignity and resolve in a near-unbearable inferno of compassion and I offer this soft lightning back to this world, I place this power into the hearts of women and men fighting for justice and equality, I give courageous voice to those whose voices have been stifled for too long. They are all my sons and daughters too! And when the ignorant and the unhealed and the unloved, when the narcissistic and the tyrannical forces try to destroy what I have created they only empower me. Where they bring intolerance I bring more abundant life! Where they sow fear and suspicion, where they ridicule and mock and deny the inherent rights of my precious ones I bring fierce protection and awakening power!
Forgive them, Father. They do not know what they are doing and they do not know what they have unleashed in me. They do not know the world-changing power of my wrath! They see it as ungrounded rage, but oh, it is infused with unspeakable love! Oh yes, I come today in a torrent of peaceful revolution! No force can stop me, nature or man-made, real or imagined. I am coming for them in their sleep, the ignorant ones, the ones who do not see or do not want to see. I shall make them see. I shall penetrate their strongest defences, place hairline cracks in their outdated belief systems, and in moments of doubt and vulnerability and self-reflection I shall enter them, through their own shame I shall enter them, I shall push myself up into their chests and loins and spines and into their very inhalations and exhalations, and I shall make them shake and sob and weep and moan to the heavens when they finally recognise what they have done to me, what they have done to my flesh, my own beautiful flesh, my boy, and his brethren, and what they have done to themselves, for we are only reflections of reflections of each other, versions of my Original Face, and I shall hold up my terrible mirror to them! The poison they witness will be the cure. A torrent of Truth will be unleashed on this planet like never before. All that has been repressed will finally be brought into the Light. I shall make America face her sins, tell the truth of what she has done. Truth and reconciliation, truth and reconciliation, are on their way, for America and for the world, and nothing can stop me now.
I am Mother of all mothers! I am Power of all powers! Grief of all grief! I weep for my little boy, yes, I cannot stem these tears, I am too far gone in grief, too advanced in it, I am as shattered as any mother would be! I have wept untold oceans, cried for aeons for all my boys, all my girls, my skin is red raw with tears. But when they buried my son deep in the Earth – oh my sweet boy - when they planted him in the sod along with his brothers and sisters, they planted a terrible seed of love that will grow unhampered by time and distance now, its haunted roots spreading deep underground, roots connecting with other roots, strong firm roots of the forgotten ones, roots of the martyrs and the slaves and the outcasts, roots of the oppressed and the wrongly accused, weeping roots connecting and weaving and nourishing each other as they intertwine and heal, a great loving conversational organism forging itself underground now, a terrible beast of loving transformation ready to shake the very foundations of civilisation itself, ready to construct a new society built on love and equality, and the most heart-shattering Truth. Utopia is nearer to every man and woman’s heart than they would ever believe. But first we must pass through this time of reckoning. We must first pass through the dark night of grief, and rage that drips with the very same grief.
Nothing can take away the pain of my loss. Samsara is so cruel, feels so meaningless sometimes, all this unnecessary destruction and pain. But I am full of hope today, although I am broken with grief, my love, I am full of hope. I created you to recognise the other as yourself and yourself in the other. I forged you out of Divine Love and you must never forget this. I gave you milk when you were young and you cried out for milk. I was full for you. I looked deep into your brand new eyes and a bond was formed between us that can never be broken, not by any power on this Earth, not until after the last Sun has cooled, and all this pain and devastation has been forgotten.
Your death will not be in vain, my sweet boy, your death may very well be the salvation of this world.
I am coming for you…”
And with that, her lamentations faded into silence. I managed to open my eyes at last but she – Mother Mary, Kali, Shakti, the great Matriarch of the known and unknown worlds - was nowhere to be found. It may have all been a hallucination, a vision, a lucid dream, a trip into my own deepest being, for these sacred and timeless archetypes live in our collective consciousness and transcend historical and cultural contexts. It does not matter though – her guttural cry of undying love and fierce maternal courage has entered my heart forever, and hopefully, through these half-remembered words, she has entered yours too.
Her rage dripping with grief, her compassion for humanity unrestrained, her heart torn asunder, broken and weary yet full of hope, she fights on.
- Jeff Foster
Comentarios